Oratie Johanna Westerdijk, 10 februari 1917

Groepsportret, gemaakt na de oratie van professor Johanna Westerdijk op 10 februari 1917
Klik op de foto voor een grotere afbeelding.
De oratie van Johanna Westerdijk lezen? Download De nieuwe wegen van het phytopathologisch onderzoek (pdf), oratie Johanna Westerdijk, gehouden op 10 februari 1917
Een vrouw met bulderende lach

In een van de gangen van het Centraalbureau voor Schimmelcultures hangt het portret van een oudere dame met een humoristische oogopslag. Het is het portret van Johanna Westerdijk, directeur van dit instituut van 1907 tot 1959. Zij rookte sigaren als een man, liet zich rondrijden op motoren en gaf luidruchtige feesten op haar laboratorium in Baarn. Maar bovenal was Johanna Westerdijk (1883-1961) toegewijd aan haar levenswerk, het classificeren en kweken van schimmelcultures. Dat blijkt uit de biografie van Patricia Faasse, Een beetje opstandigheid: Johanna Westerdijk, de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland (Atlascontact, 2012).
Na haar promotie in 1906 begon Westerdijk haar wetenschappelijke loopbaan als directrice van het Fytopathologisch Laboratorium Willie Commelin Scholten in Amsterdam. Een jaar later kreeg Westerdijk ook de schimmelcollecties van het CBS in beheer. Ze voegde beide instanties samen, en nadat ze in 1917 in Utrecht benoemd was tot eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland, verplaatste ze haar laboratorium naar een villa in Baarn. Die zou uitgroeien tot het centrum van een wereldomspannend netwerk van wetenschappers en industriëlen.
Al op de lagere school veranderde Johanna haar naam in Hans.Waarschijnlijk was ze liever een jongen geweest. Hoewel afkomstig uit de betere kringen sprak ze bij voorkeur plat Amsterdams. Van zinloze conventies zoals een huwelijk wilde ze niets weten. Want ze zag om zich heen dat een vrouw die eenmaal moeder werd, verloren was voor de wetenschap. Omdat zijzelf destijds als vrouw in Nederland niet kon promoveren, week ze daarvoor uit naar München, waar ze samen met vriendinnen een wilde tijd beleefde, bier dronk en sigaretten rookte en tijdens carnaval verkleed als man de straat op ging. ‘Werken en feesten vormt schoone geesten’ werd haar levensmotto. Het werd in steen gebeiteld boven de deur van haar laboratorium, waar zij zich omringde met vrouwelijke medewerkers. Van mannen moest ze niets hebben, maar deze vrouw met bulderende lach wist het ver te brengen in de mannenwereld van de wetenschap.
Fragment uit 'Groeigeheimen van de champignon ontrafeld. Kwekers volgen genoomanalyse op de voet' door Marion de Boo in Akademie Nieuws, december 2012, nr. 115