De afgelopen decennia is er een enorme toename geweest van externe onderzoeksfinanciering in de Nederlandse wetenschap. Hierdoor is de focus verschoven naar onderzoek met snelle resultaten voor overheid en bedrijfsleven. Wetenschap heeft echter ook de taak om nieuwe vragen te genereren en te anticiperen op de vraagstukken van de toekomst. Deze taak en daarmee de positieve academische vrijheid – waarbij wetenschappers zelf kiezen welk onderzoek ze uitvoeren en met welk doel – staat onder druk. Dit schrijft De Jonge Akademie in het rapport Denkruimte. Een analyse van structurele bedreigingen voor academische vrijheid en integriteit.
Er is op dit moment weinig bekend over de omvang van externe geldstromen en de effecten op verschillende vakgebieden en groepen, waardoor het onmogelijk is om geïnformeerd beleid te maken, aldus De Jonge Akademie. Kennisinstellingen hebben een grote rol bij het herstellen van het evenwicht tussen fundamenteel, nieuwsgierigheidsgedreven en probleemoplossend onderzoek. Hierbij gaat het ook om het creëren, vormgeven en bewaken van positieve academische vrijheid. De Jonge Akademie doet twee aanbevelingen voor kennisinstellingen en beleidsmakers:
1. Creëer meer transparantie door ‘intellectuele audits’: er wordt al geaudit op financiële activiteiten in het algemeen, maar nog niet specifiek op externe financieringsstromen. De audits:
- geven inzicht in het nationale financieringslandschap;
- laten instellingen verantwoording afleggen over beleid en handelwijzen, en
- maken financieringskeuzes en de effecten daarvan inzichtelijk voor onderzoekers en beleidsmakers.
2. Ontwikkel richtlijnen voor verantwoorde onderzoeksfinanciering, net zoals die er zijn voor verantwoord onderzoek.
Zo kunnen kennisinstellingen toetsen of hun financieringsbeleid en -praktijk aansluiten bij hun maatschappelijke taak, en of er geen onwenselijke ongelijkheden in financiering bestaan tussen faculteiten, disciplines, onderwerpen of benaderingen.