Wat hopen jullie te achterhalen in jullie (veld)onderzoek?
Rúna Magnússon, docent en onderzoeker op het gebied van permafrost ecosystemen aan de Wageningen University & Research:
"Ik hoop dat mijn experimentele veldonderzoek ons in een vroeg stadium gaat laten zien hoe verwachte toekomstige veranderingen in neerslagpatronen in Arctische gebieden het toendra-ecosysteem gaan beïnvloeden. Naast een hele snelle opwarming (drie tot vier keer sneller dan het wereldgemiddelde) neemt ook neerslag toe in de gebieden rond de Noordpool. Veranderingen in neerslag zijn wat moeilijker te bevatten. Naast een toename in totale jaarlijkse neerslag wordt de neerslag extremer van jaar tot jaar. Soms is het heel droog en soms heel regenachtig. Met zo’n hoge variabiliteit is het moeilijk om in te schatten wat dat gaat betekenen voor bijvoorbeeld permafrostbodems en toendravegetatie.
Vandaar dat wij dat experimenteel gaan aanpakken. Met sprinklers, motorpomp en gieters gaan we het gecontroleerd heel hard laten regenen op verschillende proefveldjes op Spitsbergen. Dan kunnen we het dooien van permafrost en de ontwikkeling van toendraplanten en andere organismen als insecten vergelijken met proefveldjes zonder extreme buien. Zo begrijpen we beter hoe toendra-ecosystemen zich gaan ontwikkelen in een warmer maar ook variabeler klimaat, en wat dat op z’n beurt weer betekent voor de globale koolstofbalans."
Sina Bohm, promovendus plantenecologie en natuurbeheer aan de Wageningen University & Research:
"Ik wil achterhalen of herintroducties van zeldzame plantensoorten succesvoller zijn door de toepassing van bodementingen. Bij een bodementing wordt een beetje bodem met daarin micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, verzameld op de plek waar de plantensoort natuurlijk voorkomt, en vervolgens toegevoegd aan de bodem van de herintroductielocatie. Mijn verwachting is dat de bodementing een positief effect heeft op de groei en de overleving van de geherintroduceerde planten, omdat veel planten afhankelijk zijn van specifieke bodembacteriën en schimmels om voedingsstoffen op te nemen. Daarnaast vermoed ik dat dit effect met name relevant zal zijn voor plantensoorten van nutriëntenarme milieus."