In veel Europese landen bedragen de verschillen in gemiddelde levensverwachting bij de geboorte tussen mensen met een lager en hoger opleidingsniveau, beroep of inkomen tussen de 5 en meer dan 10 jaar. De verschillen in gezonde levensverwachting kunnen oplopen tot meer dan 15 jaar.’ Dat staat in een op 15 november 2021 uitgekomen rapport Health Inequalities Research: New methods, better insights? van de Europese wetenschapsacademies ALLEA en FEAM, dat tot stand kwam onder voorzitterschap van de KNAW.
Het rapport houdt oude en nieuwe onderzoeksmethoden tegen het licht. Een nieuwe generatie wetenschappelijke methoden helpt gezondheidsverschillen in Europa beter te begrijpen, luidt de conclusie. Ze zouden moeten worden gebruikt als aanvulling op conventionele onderzoeksmethoden om beter zicht te krijgen op causale verbanden. Wel zijn investeringen in data-infrastructuren nodig om het volledige potentieel te benutten, stellen de academies in een persbericht.
Dit jaar nog ging de Nobelprijs voor economie naar de Nederlands-Amerikaanse econometrist Guido Imbens, pionier op het gebied van methoden om het effect van beleid op de economie op een onbevooroordeelde manier te meten. Zo werkte hij aan 'natuurlijke experimenten', studies die de gevolgen bestuderen van variaties die niet door wetenschappers zelf zijn aangebracht, en die nu ook op het terrein van gezondheidsongelijkheid opgang maken.
Vraagstukken op het gebied van gezondheidsverschillen zijn niet nieuw voor wetenschappers. Onderzoekers uit uiteenlopende disciplines hebben ze de afgelopen vier decennia uitgebreid bestudeerd. Er bestaat echter nog grote onzekerheid over een aantal belangrijke vragen, zoals de mate waarin sociaaleconomische achterstand de gezondheid causaal beïnvloedt, en de effectiviteit van interventies om gezondheidsverschillen te verkleinen.