De KIN-werkprogramma’s beogen de rechtvaardige systeemtransities te versnellen die nodig zijn om Nederland klimaatneutraal en klimaatbestendig te maken. De gevolgen van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder en daarom is er een dringende behoefte aan innovatieve benaderingen om deze uitdaging aan te pakken. Het KIN werkt op een nieuwe manier van onderzoek waarbij het niet gaat over promovendi en postdocs, maar over burgerbetrokkenheid en beleidsrelevantie. Zo zijn de werkprogramma’s gebaseerd op co-creatie in plaats van de gebruikelijke “calls voor financiering”, zijn de programma’s missiegedreven en transdisciplinair (onderzoek waarbij kennis uit de wetenschap en de praktijk bijeen gebracht worden).
Belangrijke mijlpaal
Het opstarten van dit eerste werkprogramma volgt deze vernieuwende benadering van onderzoek en markeert een belangrijke mijlpaal voor het KIN. Het werkprogramma beoogt een versnelling van rechtvaardige klimaattransities. Dit gebeurt door lokale actietrajecten en agenda’s te ontwikkelen en samenwerking te faciliteren tussen belanghebbenden die voorheen langs elkaar heen werken, zoals bewoners, woningcorporaties, ambtenaren, lokale ondernemers en duurzaamheidsprofessionals.
Marc Dijk, projectleider van het eerste werkprogramma: ‘Als duurzaamheidsonderzoeker zie ik dit programma als een belangrijke stap in het verdiepen van de verbinding tussen wetenschap en maatschappij. De nieuwe manier van onderzoek doen is een spannende ontwikkeling die ons uit onze ivoren toren duwt en ons dieper in het transdisciplinaire onderzoek brengt.’ Als voorbeeld van deze transdisciplinaire aanpak noemt Dijk samenwerking in het programma met de gemeentes Maastricht, Nijmegen en Rotterdam, waarbij praktijkkennis, -opgaven en -uitdagingen uit de gemeentes waardevolle input moet opleveren voor het onderzoek in het werkprogramma en andersom.
Van uitdaging in de praktijk naar kennisvraag
Het programma is volgens de KIN-werkwijze gestart bij een concrete en urgente transitie die we nodig hebben in Nederland: het verduurzamen van stadswijken. Vervolgens zijn onderzoekers en belanghebbende personen en partijen afgelopen najaar samen om tafel gaan zitten om tot een gezamenlijk werkprogramma te komen in een zogenaamde Crutzenworkshop. Het programma zal in de uitvoering lokale partijen en burgers betrekken en ondersteunen bij het ontwikkelen van duurzame oplossingen voor een rechtvaardige klimaattransitie. De volgende stappen zijn onder andere het definiëren van de werkpakketten, het uitwerken van een concrete planning en het plannen van bijeenkomsten met de verschillende wijken. Dijk: ‘We kijken uit naar de samenwerking met de verschillende stakeholders, waarmee we de uitdagingen van de praktijk gaan vertalen naar kennisvragen.’