In onze samenleving kampt een op de vier mensen met een hersenaandoening. ‘Van veel hersenstoornissen is nog steeds onbekend welke moleculaire mechanismen eraan ten grondslag liggen’, vertelt consortiumleider Inge Huitinga, directeur van de Nederlandse Hersenbank van het Nederlands Herseninstituut en bijzonder hoogleraar Neuroimmunologie aan de UvA. ‘De relatie tussen veranderingen in het hersenweefsel en de symptomen van patiënten is erg complex. We zijn niet goed op de hoogte van de specifieke cellen, hersennetwerken en moleculaire processen die verantwoordelijk zijn voor de psychiatrische symptomen en klachten bij patiënten met een hersenziekte. Sommige symptomen komen bij verschillende aandoeningen voor en het klinische plaatje kan er per patiënt heel anders uitzien. Iemand kan bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer of frontotemporale dementie hebben, maar ook depressieve symptomen ervaren. Dit kan leiden tot verkeerde diagnoses.’
Krachten bundelen
Maarten Kole (groepsleider aan het Nederlands Herseninstituut en eveneens betrokken bij het consortium): ‘We denken dat psychiatrische symptomen verband houden met veranderingen die optreden in individuele cellen, en met name tussen de ondersteunende (glia) cellen en zenuwcellen. Er is steeds meer hersenmateriaal beschikbaar van mensen met psychiatrische aandoeningen om dit vraagstuk te onderzoeken. En ondertussen zijn in de scheikunde en de moleculaire biologie allerlei veelbelovende technieken ontstaan, zoals; single cell transcriptomics, (chemische) proteomics, geavanceerde microscopie en ‘klikchemie’. Die kunnen het onderzoek naar het menselijk brein wezenlijk gaan veranderen.’
‘Door de krachten te bundelen tussen verschillende disciplines, waaronder neurobiologie, scheikunde, datawetenschap en de psychiatrie, hopen we uiteindelijk meer duidelijkheid te krijgen over wat er precies gebeurt in de cellen en dit willen we samenbrengen tot een moleculaire ‘hersenatlas’. Het doel is om biomarkers te ontwikkelen voor de diagnose, prognose, en uiteindelijk behandeling van de hersenaandoeningen waar veel mensen aan lijden. Als we beter weten wat er precies misgaat in de hersenen, dan kunnen we straks gericht in het bloed of met een PET scans gaan meten om vast te stellen wat er aan de hand is. Hierdoor kunnen we toe naar een meer gepersonaliseerde aanpak, ook wel ‘personalized medicine’ genoemd.’