Voor wetenschappelijk onderzoekers aan de universiteiten, hogescholen, academische ziekenhuizen en een groot aantal onderzoeksinstituten geldt de 'Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit'. Die geeft principes, richtlijnen en normen voor goede, integere wetenschapsbeoefening.
Een onafhankelijke commissie heeft het afgelopen jaar bekeken of de huidige gedragscode, uit 2018, nog voldoet aan de eisen die momenteel aan een dergelijke code gesteld worden door wetenschap en maatschappij – denk aan ontwikkelingen rond AI of aan recente debatten rond sociale veiligheid en diversiteit in relatie tot wetenschappelijke integriteit.
De commissie concludeert dat er veel waardering is voor de huidige code, maar adviseert wel een revisie met behoud van de sterke punten. Later dit jaar gaat een schrijfcommissie aan de slag met het opstellen van een herziene code.
In 2004 verscheen, op initiatief van de wetenschapsorganisaties, de eerste gedragscode voor wetenschappelijke integriteit. Het is een dynamisch document dat met regelmaat wordt aangepast aan de actualiteit.
De opstellers van de meest recente code zijn de KNAW, Universiteiten van Nederland (UNL), de Vereniging Hogescholen (VH), de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de TO2-Federatie.
De onafhankelijke evaluatiecommissie werd voorgezeten door Ineke Sluiter, hoogleraar Griekse taal- en letterkunde Universiteit Leiden, oud-president KNAW.
Voor wetenschappelijk onderzoekers aan de universiteiten, hogescholen, academische ziekenhuizen en een groot aantal onderzoeksinstituten geldt de 'Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit'. Die geeft principes, richtlijnen en normen voor goede, integere wetenschapsbeoefening.
Bekijk publicatie