Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut laten zien dat krachtige hiërarchische situaties het makkelijker maken om schadelijke acties te plegen. Dit komt doordat keuzevrijheid en empathie over meerdere individuen zijn verdeeld.
Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut laten zien dat krachtige hiërarchische situaties het makkelijker maken om schadelijke acties te plegen. Dit komt doordat keuzevrijheid en empathie over meerdere individuen zijn verdeeld.
Er zijn talloze voorbeelden uit de geschiedenis te noemen waar afschuwelijke daden en massale vernietiging ontstaan zijn als gevolg van een hiërarchische structuur. Een leidinggevende communiceert een plan en een ondergeschikte voert het uit. De meerdere draagt dan de verantwoordelijkheid voor de beslissing, maar staat op afstand van de resultaten, terwijl de ondergeschikte het gezag over de actie ervaart, maar een verminderde verantwoordelijkheid voor de resultaten voelt. En ook in ons dagelijks leven zit hiërarchie door onze hele samenleving verworven, vaak in nog complexere commandostructuren. Maar wat heeft dit voor effect op ons handelen?
In een nieuwe studie van het social brain lab is gekeken hoe de positie binnen een hiërarchische structuur (commandant of tussenpersoon) het gevoel van keuzevrijheid en empathie voor pijn beïnvloedt. Het doel was omte begrijpen hoe deze twee verschillende neurocognitieve processen, anders zijn bij commandanten en tussenpersonen. En wat blijkt? Commandanten en tussenpersonen laten verminderde activatie in empathische hersengebieden zien wanneer er pijn wordt toegebracht aan het slachtoffer in vergelijking met vrije mensen die zelf kunnen beslissen en handelen.
Het team gebruikte de technieken functionele MRI (fMRI) en elektro-encefalogram (EEG), staat te lezen in het tijdschrift eNeuro. FMRI meet de verandering in magnetische aantrekkingskracht van het bloed in de hersenen over de tijd. Deze verandering hangt samen met verandering in het zuurstofgehalte. Wanneer hersengebieden actief zijn, zullen ze meer zuurstof nodig hebben, waardoor de oplichten en zichtbaar zijn op de fMRI. Bij een EEG wordt de hersenactiviteit elektrisch gemeten door middel van elektroden op het hoofd.
De fMRI-studie laat zien dat de activiteit in empathie-gerelateerde hersengebieden zowel laag was bij de commandant als bij de tussenpersoon die een bevel doorstuurde, vergeleken met iemand die de schok direct uit vrije wil afleverde. Tijdens de EEG-studie werd ook gekeken of het uitmaakt of een mens of een robot de pijn toediende. De resultaten laten zien dat het gevoel van keuzevrijheid niet verschilde tussen commandanten en tussenpersonen, ongeacht of de uitvoering door een robot of mens verricht was. Wel bleek dat de neurale respons over P3 hoger was wanneer de uitvoerende partij een robot was in vergelijking met een mens. Dit suggereert dat wanneer er een tweede mens bij betrokken is, de verantwoordelijkheid verdeeld wordt en de pijnverwerking van de commandanten wordt verminderd.
Kalliopi Ioumpa, eerste auteur van het artikel: ‘Deze resultaten zijn een aanvulling op eerder onderzoek dat aantoont dat hiërarchie een meetbaar effect heeft op het gedrag en de hersenactivatie van mensen, waardoor ze minder betrokken zijn bij de schade die ze veroorzaken. Dit onderzoek kan vragen oproepen over hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen zich verantwoordelijk voelen ondanks dat ze zich in een hiërarchische keten bevinden. Is het voor uitvoerders gemakkelijker om verantwoordelijkheid te nemen voor hun handelen omdat zij degenen zijn die handelen – of voor commandanten omdat zij de verantwoordelijkheid van de orde dragen? We laten zien hoe krachtige hiërarchische situaties het plegen van schadelijke acties kunnen vergemakkelijken, omdat keuzevrijheid en empathie over meerdere individuen worden verdeeld.’
Het Nederlands Herseninstituut is een onderzoeksinstituut van de KNAW. Het verricht fundamenteel en strategisch wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de neurowetenschappen. Hierbij wordt onderzocht hoe de hersenen cognitieve functies – zoals bewustzijn, perceptie, beweging, leren en sociale interacties – mogelijk maken. Ook wordt onderzocht hoe deze functies verstoord raken bij hersenziekten.