Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut hebben ontdekt dat een hersengebied dat door evolutie behouden is gebleven, genaamd superior colliculus, crucialer blijkt te zijn voor zicht dan we dachten.
Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut hebben ontdekt dat een hersengebied dat door evolutie behouden is gebleven, genaamd superior colliculus, crucialer blijkt te zijn voor zicht dan we dachten.
Als we ergens naar kijken dan kunnen we gemakkelijk een object van de achtergrond onderscheiden. Dit klinkt als iets heel vanzelfsprekends, maar hoe ons brein dat doet, is nog best ingewikkeld. Het is al langere tijd bekend dat een onderdeel genaamd de visuele hersenschors betrokken is bij dit proces. Toch zijn er dieren waarbij dit hersenonderdeel lang niet zo goed ontwikkeld is als bij ons of zelfs helemaal niet bestaat. Hoe zien zij het dan als er in een drukke achtergrond een prooi of roofdier op ze afkomt? Zou er dan toch nog een andere speler betrokken zijn?
Wat we zien gaat van ons netvlies naar de visuele hersenschors, maar ook voor een deel naar een structuur genaamd de superior colliculus. Dit is het oude visuele systeem dat we gemeen hebben met alle klassen van gewervelde dieren, van vissen tot amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Opvallend is dat deze structuur gedurende de hele evolutie behouden is gebleven, maar sterk verschilt in relatieve grootte tussen verschillende organismen. Zo is de superior colliculus bijvoorbeeld relatief groot in vissen en vogels, en is het bij ons mensen slechts een klein erwtje verscholen in onze grijze massa.
Het Nederlands Herseninstituut-KNAW verricht fundamenteel en strategisch wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de neurowetenschappen. Het accent ligt daarbij op hersenonderzoek en onderzoek naar het visuele systeem.
Meer over dit instituut