De late opkomst van het schrift in India is vaak in verband gebracht met één persoon, Aśoka, die als koning in de 3e eeuw v. Chr. zijn ethische discours door zijn uitgestrekte rijk wilde verspreiden. Vondsten van grote aantallen scherven met inscripties in Zuid-India en Sri Lanka, waarvan sommige dateren van vóór de heerschappij van Aśoka, roepen echter vragen op.