Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
1. In dit reglement wordt verstaan onder:
a. de KNAW: de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen;
b. de WHW: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
c. de minister: de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
d. de algemene vergadering: de algemene vergadering van de KNAW als bedoeld in artikel 13.1, tweede lid, van de WHW;
e. het bestuur: het algemeen bestuur van de KNAW als bedoeld in artikel 13.1, eerste lid, van de WHW;
f. de president: de voorzitter van het bestuur als bedoeld in artikel 13.1, zesde lid, van de WHW;
g. de vicepresident: de vicepresident van het bestuur als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van dit reglement;
h. de algemeen secretaris: de algemeen secretaris van het bestuur als bedoeld in artikel 4.1, zesde lid, van dit reglement;
i. de gewone leden en de buitenlandse leden: de leden van de KNAW als bedoeld in artikel 13.1, tweede lid, van de WHW;
j. de directie: de directie van de KNAW als bedoeld in artikel 6.1 van dit reglement;
k. een orgaan: bestuur, domeinbestuur, adviesraad, sectie, commissie, instituut, bestuurslid of in dienst van de KNAW zijnde functionaris;
l. het bureau: het bureau van de KNAW;
m. het instellingsplan: het plan zoals bedoeld in de artikelen 2.2 en 2.2.a van de WHW, door de KNAW ook wel genoemd 'de strategische agenda'.
2. Overal waar in dit reglement de mannelijke vorm wordt gebruikt is de bepaling evenzeer van toepassing op de vrouwelijke en non-binaire vorm.
Hoofdstuk II Wettelijke taken, activiteiten, organisatiestructuur en financieringsbronnen
Artikel 2.1 Wettelijke taken en activiteiten
1. De KNAW is werkzaam op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek. In elk geval bevordert zij de uitwisseling van gedachten en informatie tussen haar leden onderling en tussen deze leden en andere wetenschapsbeoefenaren en wetenschappelijke organisaties, adviseert zij de minister desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden op het gebied van de wetenschapsbeoefening en bevordert zij de wetenschapsbeoefening door werkzaamheden op dat gebied te doen verrichten, een en ander zoals bepaald in artikel 1.5 lid 1, van de WHW. De KNAW is een publiekrechtelijke instelling zonder winstoogmerk.
2. Om inhoud te geven aan haar wettelijke taken zal de KNAW:
a. een forum bieden voor het wetenschappelijk debat en de uitwisseling van wetenschappelijke informatie om zo te kunnen functioneren als stem en geweten van de wetenschap;
b. een forumfunctie bieden voor De Jonge Akademie en de Akademie van Kunsten;
c. de regering adviseren over het wetenschapsbeleid en over het gebruik van wetenschap voor beleid;
d. het beleid en beheer voeren ten aanzien van onder de KNAW ressorterende instituten.
e. internationale wetenschappelijke betrekkingen onderhouden en deelnemen aan internationale wetenschappelijke organisaties;
f. prijzen uitreiken en stimuleringsprogramma’s vaststellen en uitvoeren, al dan niet in het kader van het beheer van aan haar toevertrouwde stichtingen en fondsen.
Artikel 2.2 Organisatiestructuur
1. De KNAW-organisatie bestaat uit:
a. het KNAW-Genootschap, bestaande uit leden die de algemene vergadering vormen;
b. De Jonge Akademie;
c. de Akademie van Kunsten;
d. instituten.
Artikel 2.3 Financieringsbronnen
1. De financieringsbronnen van de KNAW zijn:
a. de jaarlijkse rijksbijdrage als bedoeld in de WHW;
b. subsidies;
c. inkomsten uit opdrachten van derden;
d. gelden en goederen, de KNAW toekomend krachtens schenking of uiterste wilsbeschikking;
e. andere inkomsten.
Hoofdstuk III De KNAW-organisatie
Het KNAW-Genootschap
Artikel 3.1 Structuur
1. Het KNAW-Genootschap bestaat uit vier multidisciplinaire domeinen, te weten:
a. Geesteswetenschappen, afgekort GW;
b. Gedrags-, Maatschappij- en Rechtswetenschappen, afgekort GMRW;
c. Medische, Medisch-Biologische en Gezondheidswetenschappen, afgekort MMBG;
d. Natuur- en Technische Wetenschappen, afgekort NTW.
2 Leden van de KNAW kunnen lid zijn van meerdere van de in lid 1 genoemde domeinen.
3. Per domein kunnen leden die behoren tot dat domein zich verenigen in een sectie of in secties binnen dat domein.
4. Per domein wordt een adviesraad en een domeinbestuur ingesteld.
Artikel 3.2 Het domein en het domeinbestuur
- Een domein is belast met de invulling van de forum- en adviesfunctie van de KNAW, het tot stand brengen en in stand houden van synergie tussen beide functies en het zorgdragen voor verbinding met de andere domeinen. Het domeinbestuur genoemd in het tweede lid van dit artikel is belast met het adviseren van het bestuur van de KNAW over de integrale forumfunctie en adviesagenda van de KNAW, het zijn van eerste aanspreekpunt voor het bestuur van de KNAW, het onderhouden van contacten met de leden uit het desbetreffende domein en de adviesraden en het gevraagd en ongevraagd advies geven aan het bestuur van de KNAW.
- Een domein kent een domeinbestuur dat bestaat uit minimaal drie leden van de KNAW.
- De voorzitter van het domeinbestuur is een lid van het bestuur van de KNAW als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid van dit reglement.
- De vicevoorzitter en de overige leden van het domeinbestuur worden (her)benoemd door het bestuur van de KNAW, op basis van een voordracht van het desbetreffende zittende domeinbestuur. Alvorens het desbetreffende zittende domeinbestuur zijn voordracht aan het bestuur voorlegt, hoort het de leden van het desbetreffende domein.
- De vicevoorzitter en de overige leden worden benoemd voor de duur van drie jaar en zijn eenmalig herbenoembaar voor een periode van ten hoogste drie jaar. Zij zijn op het moment van benoeming of herbenoeming nog geen 67 jaar.
- Schorsing en ontslag van de vicevoorzitter of een lid van het domeinbestuur vindt, op voorstel van het domeinbestuur, plaats door het bestuur van de KNAW. Schorsing en ontslag kunnen plaatsvinden op de in artikel 4.1, vierde lid onder sub a tot en met d genoemde gronden van dit reglement.
Artikel 3.3 De secties
- De sectie of secties genoemd in artikel 3.1, derde lid, is of zijn belast met het van advies dienen van het domeinbestuur omtrent zaken waarover het domeinbestuur dit verlangt.
- De samenstelling, de werkwijze van de sectie worden bepaald door de sectie. De voorzitter kan worden benoemd voor de duur van drie jaar en is eenmalig herbenoembaar voor een periode van ten hoogste drie jaar. Indien de sectievoorzitter tevens lid is van het domeinbestuur, dan zijn artikel 3.2 lid 4, lid 5 en lid 6 van toepassing.
Artikel 3.4 De adviesraden
- Per domein wordt een adviesraad ingesteld die de wetenschappelijke disciplines van het desbetreffende domein bestrijkt, die belast is met het doen van voorstellen aan het desbetreffende domeinbestuur voor de adviesagenda en die het bestuur van de KNAW terzijde staat bij de uitoefening van de adviestaak van de KNAW.
- De adviesraad bestaat uit maximaal twintig leden, waarvan ten minste driekwart op het moment van benoeming lid is van de KNAW of De Jonge Akademie.
- De leden van de adviesraad worden, op voordracht van de adviesraad, door het bestuur van de KNAW benoemd voor de duur van drie jaar en zijn eenmalig herbenoembaar voor een periode van ten hoogste drie jaar. De leden die voortkomen uit De Jonge Akademie dienen op het moment van benoeming lid van De Jonge Akademie te zijn. Bij herbenoeming hoeft een lid dat voorkomt uit De Jonge Akademie niet langer lid te zijn van De Jonge Akademie. Indien gedurende een (her)benoemingstermijn de duur van het lidmaatschap van een lid van De Jonge Akademie dat zitting heeft in de adviesraad afloopt, blijft dit lid gedurende de (her)benoemingstermijn lid van de adviesraad.
- De voorzitter van de adviesraad is lid van de KNAW en wordt, op voordracht van de adviesraad, door het bestuur van de KNAW benoemd voor de duur van drie jaar en is eenmalig herbenoembaar voor een periode van ten hoogste drie jaar.
- De voorzitter en de overige leden van de adviesraad zijn op het moment van benoeming of herbenoeming nog geen 67 jaar.
- Schorsing en ontslag van de voorzitter of een lid van de adviesraad vindt, op voorstel van de adviesraad, plaats door het bestuur van de KNAW. Schorsing en ontslag kunnen plaatsvinden op de in artikel 4.1, vierde lid onder sub a tot en met d genoemde gronden van dit reglement.
Artikel 3.5 De leden van de KNAW
- De KNAW kent gewone leden, buitenlandse leden en correspondenten, de laatsten voor zover zij gekozen zijn vóór 1 mei 2011 en voor zolang zij blijven voldoen aan de vereisten voor het correspondentschap zoals deze geldend waren voor 1 mei 2011.
- Jaarlijks worden maximaal zestien personen door het bestuur tot gewoon lid benoemd en maximaal vier personen tot buitenlands lid, na daartoe te zijn gekozen door de stemgerechtigde leden van de KNAW, overeenkomstig de procedure zoals neergelegd in het reglement verkiezing gewone en buitenlandse leden van de KNAW. De algemene vergadering kan, op voorstel van het bestuur, besluiten om dit aantal te wijzigen. De verdeling van de te bezetten plaatsen over de domeinen of de domein-overschrijdende plaatsen wordt vastgesteld door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur.
- De leden worden in beginsel voor het leven benoemd.
- Ontslag van gewone leden, buitenlandse leden en correspondenten vindt, op voorstel van het bestuur, plaats door de algemene vergadering. Leden kunnen ook zelf hun ontslag indienen door een daartoe strekkende schriftelijke mededeling aan het bestuur.
- Schorsing van een lid vindt plaats door het bestuur, na raadpleging van het domeinbestuur van het domein waar de desbetreffende persoon onderdeel van uitmaakt.
Ontslag en schorsing als bedoeld in de leden 4 en 5 van dit artikel kunnen plaatsvinden op de volgende gronden:
a. de persoon is krachtens een onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens een geestelijke stoornis onbekwaam verklaard rechtshandelingen te verrichten;
b. de persoon heeft door zijn handelingen of uitingen de KNAW op onredelijke wijze benadeeld of afbreuk gedaan aan de goede naam van de KNAW, dan wel gehandeld in strijd met de eer en waardigheid van een wetenschapsbeoefenaar. Onder deze handelingen of uitingen worden in ieder geval verstaan het in aanmerkelijke mate schenden van de wetenschappelijke integriteit, het in aanmerkelijke mate vertonen van grensoverschrijdend gedrag en het onherroepelijk veroordeeld zijn voor een misdrijf.
De Jonge Akademie
Artikel 3.6 De Jonge Akademie
1. De KNAW kent De Jonge Akademie, die bestaat uit jonge onderzoekers die zich wetenschappelijk hebben onderscheiden en over een brede belangstelling voor de wetenschap beschikken.
2. De Jonge Akademie heeft tot doel jonge onderzoekers:
a. actief in aanraking te brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek;
b. aan te moedigen visies te ontwikkelen op de toekomst van het eigen vakgebied en van de samenwerking met andere vakgebieden, alsmede op het te voeren wetenschapsbeleid;
c. te stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen;
d. te steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar.
e. te stimuleren om de Nederlandse academische context binnen internationale kaders te plaatsen en aan te sporen na te denken over de positie van buitenlandse jonge wetenschappers binnen het Nederlandse systeem.
3. De taken, de wijze van benoeming en ontslag en de samenstelling van het bestuur, het lidmaatschap, de verkiezing van de leden en de werkwijze van De Jonge Akademie worden nader geregeld in het reglement van De Jonge Akademie, dat door het bestuur van de KNAW wordt vastgesteld, gehoord hebbende het bestuur van De Jonge Akademie.
4. Het jaarplan, de begroting en het jaarverslag van De Jonge Akademie worden jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur van de KNAW, overeenkomstig het bepaalde in het reglement van De Jonge Akademie.
De Akademie van Kunsten
Artikel 3.7 De Akademie van Kunsten
1. De KNAW kent een Akademie van Kunsten, die bestaat uit leden uit de hele breedte van de kunsten.
2. De Akademie van Kunsten heeft tot doel:
a. het vertolken van de stem van de kunsten in de Nederlandse samenleving (inclusief de politiek), en
b. het bevorderen van de interactie tussen wetenschap en kunst.
3. De taken, de wijze van benoeming en ontslag en de samenstelling van het bestuur, het lidmaatschap, de verkiezing van de leden en de werkwijze van de Akademie van Kunsten worden nader geregeld in het reglement van de Akademie van Kunsten, dat door het bestuur van de KNAW wordt vastgesteld, gehoord hebbende het bestuur van de Akademie van Kunsten.
4. Het jaarplan, de begroting en het jaarverslag van de Akademie van Kunsten worden jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur van de KNAW, overeenkomstig het bepaalde in het reglement van de Akademie van Kunsten.
Hoofdstuk IV Het bestuur
Artikel 4.1 Samenstelling, benoeming en ontslag
- Het bestuur bestaat uit zeven leden, waaronder de president, twee vicepresidenten en de voorzitters van de domeinbesturen. Bij benoemingen van bestuursleden wordt gestreefd naar een evenredige spreiding van achtergronden over de domeinen. Van de twee vicepresidenten komt er één uit de domeinen genoemd in artikel 3.1, eerste lid sub a en b van dit reglement en één uit de domeinen genoemd in artikel 3.1, eerste lid sub c en d van dit reglement.
- De president, en de andere leden van het bestuur worden benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering, op voordracht van het zittende bestuur.
- Voor benoeming als lid van het bestuur komen in aanmerking de leden uit de kring van de gewone leden, die op de datum van benoeming de leeftijd van 67 jaar nog niet hebben bereikt. De leden van het bestuur zijn benoembaar voor een periode van drie jaar en herbenoembaar voor één periode van ten hoogste drie jaar, mits zij op de datum van herbenoeming de leeftijd van 67 jaar niet hebben bereikt. De president en de vicepresidenten worden in functie benoemd. De president wordt benoemd voor een periode van drie jaar en is herbenoembaar voor één periode van ten hoogste drie jaar, mits hij op de datum van herbenoeming de leeftijd van 67 jaar nog niet heeft bereikt. Bij het aflopen van de herbenoemingstermijn van de president, bij het aflopen van de benoemingstermijn waarbij geen herbenoeming plaatsvindt, of bij ontslag van de president als genoemd in het vierde lid van dit artikel waarbij de aftredende president afkomstig was uit de domeinen genoemd in artikel 3.1, eerste lid sub a en b van dit reglement komt de opvolgende president uit de domeinen genoemd in artikel 3.1, eerste lid sub c en d van dit reglement en vice versa.
- Schorsing en ontslag van een lid van het bestuur vindt, op voorstel van het bestuur, plaats door de algemene vergadering. Schorsing en ontslag kunnen plaatsvinden op de volgende gronden:
- a. op eigen verzoek van de betrokken persoon;
- b. de persoon is ernstig tekort geschoten in het uitoefenen van zijn bestuurlijke functie;
- c. de persoon is krachtens een onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens een geestelijke stoornis onbekwaam verklaard rechtshandelingen te verrichten;
- d. de persoon heeft door zijn handelingen of uitingen de KNAW op onredelijke wijze benadeeld of afbreuk gedaan aan de goede naam van de KNAW, dan wel gehandeld in strijd met de eer en waardigheid van een wetenschapsbeoefenaar. Onder deze handelingen of uitingen worden in ieder geval verstaan het in aanmerkelijke mate schenden van de wetenschappelijke integriteit, het in aanmerkelijke mate vertonen van grensoverschrijdend gedrag en het onherroepelijk veroordeeld zijn voor een misdrijf.
5. Ontstaat door overlijden, ontslag of bedanken tussentijds een vacature binnen het bestuur, dan wordt daarin zo spoedig mogelijk na behandeling in een algemene vergadering voorzien. In geval van vacatures in het bestuur, vormen de overblijvende leden het bestuur totdat de vacatures zijn vervuld.
6. Het bestuur wijst een vicepresident genoemd in het eerste lid van dit artikel aan die de bevoegdheid genoemd in artikel 4.2, vijfde lid van dit reglement alsmede de taak genoemd in artikel 4.4, derde lid van dit reglement uitoefent. Tevens wijst het bestuur een vicepresident aan die de rol van algemeen secretaris vervult.
Artikel 4.2 Taken en bevoegdheden
- De KNAW kent een bestuur dat belast is met het bestuur van de KNAW in haar geheel alsmede het beheer van de KNAW. Daarnaast draagt het bestuur van de KNAW zorg voor verbindingen tussen de domeinen, De Jonge Akademie, de Akademie van Kunsten en de onderzoeksinstituten van de KNAW.
- Het bestuur oefent alle wettelijke en reglementaire bevoegdheden uit voor zover deze niet bij of krachtens de wet of bij of krachtens dit reglement aan een ander orgaan van de KNAW zijn opgedragen.
- Het bestuur is bevoegd mandaat en volmacht te verlenen ten aanzien van zijn bevoegdheden. Dit geschiedt schriftelijk en het besluit bepaalt de aard, duur en omvang van het mandaat of de volmacht.
- Het bestuur kan voor zover nodig reglementen vaststellen ter uitvoering van de bepalingen van de WHW en dit reglement, onder meer betrekking hebbend op de bevoegdheden, taken en werkwijze van het bestuur, de directie of andere organen van de KNAW.
- De president vertegenwoordigt de KNAW op grond van artikel 13.1, zesde lid, van de WHW in en buiten rechte. Bij afwezigheid of ontstentenis van de president wordt de vertegenwoordigingsbevoegdheid uitgeoefend door de op grond van artikel 4.1, zesde lid van dit reglement aangewezen vicepresident.
Artikel 4.3 Verantwoording en inlichtingen
- Het bestuur is verantwoording verschuldigd aan de algemene vergadering, in het bijzonder over het jaarverslag inclusief de jaarrekening als bedoeld in artikel 8.2 van dit reglement.
- Het bestuur verstrekt de algemene vergadering en de minister de gevraagde inlichtingen.
Artikel 4.4 Taakverdeling en werkwijze
- Onverminderd de verantwoordelijkheid van het bestuur in zijn geheel voor de wijze waarop het zijn taak vervult, kan het bestuur besluiten tot een interne taak- en/of portefeuilleverdeling. Deze taakverdeling wordt in ieder geval ter kennis gebracht van de algemene vergadering, de directie en de instituutsdirecteuren.
- Het bestuur stelt een rooster van aftreden vast.
- Bij afwezigheid of ontstentenis van de president wordt diens functie waargenomen door de op grond van artikel 4.1, zesde lid van dit reglement aangewezen vicepresident en vice versa.
Artikel 4.5 Openbaarheid
- De vergaderingen van het bestuur met de bijbehorende vergaderstukken zijn openbaar, indien het bestuur daartoe besluit.
Hoofdstuk V De commissies
Artikel 5.1 De commissies
- De KNAW kent tijdelijke en permanente commissies die als orgaan van bijstand en advies het bestuur terzijde staan.
- De taken, samenstelling, werkwijze en instellingstermijn van de in dit artikel bedoelde commissies worden door het bestuur bij instellingsbesluit vastgesteld.
Hoofdstuk VI De directie
Artikel 6.1 De directie
De KNAW kent een directie die belast is met het voeren van de dagelijkse leiding over de gehele organisatie.
- De directie bestaat uit één tot drie personen.
- De directie wordt door het bestuur in functie benoemd, geschorst en ontslagen. Benoeming vindt plaats voor in de regel een periode van vijf jaar met de mogelijkheid van herbenoeming voor één periode van ten hoogste vijf jaar.
- De directie zorgt voor de voorbereiding, begeleiding en nazorg van de bestuursvergaderingen en heeft in de bestuursvergaderingen een adviserende stem.
- De directie voert het overleg met de Ondernemingsraad.
- De leden van de directie vervangen elkaar in geval van langdurige afwezigheid of ontstentenis. Het bestuur wijst minimaal één functionaris aan die de directie vervangt in geval van langdurigere afwezigheid of ontstentenis van alle leden van de directie.
Hoofdstuk VII De instituten en de instituutsdirecteuren
Artikel 7.1 De instituten en de instituutsdirecteuren
- De KNAW kent instituten die in of ten dienste van de wetenschap werkzaam zijn.
- Ieder instituut heeft een directeur, de instituutsdirecteur, die binnen het instituut het primaat heeft bij het bepalen van de wetenschappelijke koers en die verantwoordelijk is voor de aansturing van het instituut.
- Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeuren van elk van de in het eerste lid bedoelde instituten. Benoeming van de instituutsdirecteur geschiedt op voordracht van een benoemingsadviescommissie, die is ingesteld naar aanleiding van een ontstane vacature. Het instellingsbesluit en de samenstelling van deze benoemingsadviescommissie worden tezamen met een inhoudelijke profielschets op voorstel van de directie vastgesteld door het bestuur. Benoeming van een instituutsdirecteur vindt in de regel plaats voor een periode van vijf jaar met de mogelijkheid van herbenoeming voor één periode van ten hoogste vijf jaar.
- De missie, doelstellingen en taken van elk van de instituten worden op gezamenlijk voorstel van de directie en de instituutsdirecteur vastgesteld door het bestuur, binnen de strategische kaders van het vigerende instellingsplan en de begroting van de KNAW als bedoeld in artikel 8.2 van dit reglement. Alvorens de directie en de instituutsdirecteur een voorstel voorleggen aan het bestuur, horen zij de wetenschapscommissie van het betreffende instituut als bedoeld in artikel 7.3 van dit reglement.
Artikel 7.2 Kwaliteitszorg en evaluatiecommissie van een instituut
- Met betrekking tot de kwaliteitszorg van de instituten, als bedoeld in artikel 1.18 van de WHW, is het door de KNAW, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en de Vereniging van Universiteiten vastgestelde standaardprotocol (SEP) van toepassing. De directie, gehoord hebbende het bestuur, kan ter zake nadere regels stellen.
- Eén keer per zes jaar wordt een instituut geëvalueerd op grond van de SEP-procedure door een door de directie ingestelde evaluatiecommissie. De directie (her) benoemt de leden van deze evaluatiecommissie, gehoord hebbende het bestuur. Voorafgaand overlegt de directie met de instituutsdirecteur en de voorzitter van de wetenschapscommissie van het desbetreffende instituut.
Artikel 7.3 De wetenschapscommissie van een instituut
- Elk instituut heeft een wetenschapscommissie die de instituutsdirecteur, de directie en het bestuur in ieder geval adviseert over het meerjarenplan van het instituut.
- De directie kan, gehoord hebbbende het bestuur, een reglement vaststellen c.q. wijzigen, waarin onder andere de samenstelling, taken en werkwijze van de wetenschapscommissies worden geregeld.
- De directie (her)benoemt de leden van de wetenschapscommissie van een instituut, inclusief de voorzitter gehoorde hebbende het bestuur. Voorafgaand overlegt de directeur met de instituutsdirecteur en de wetenschapscommissie van het desbetreffende instituut.
Hoofdstuk VIII Instellingsplan en financiën
Artikel 8.1 Instellingsplan en jaarrede
- Elke vier jaar stelt het bestuur, op voorstel van de directie, een instellingsplan vast als bedoeld in de artikelen 2.2 en 2.2a van de WHW en zendt dit na vaststelling onverwijld aan de minister. Het plan geeft een omschrijving van de inhoud en de specificatie van het voorgenomen beleid van de KNAW voor die periode. Het bestuur maakt het planinstellingsplan, zoals bepaald in artikel 2.2 van de WHW, openbaar
- De president spreekt jaarlijks een openbare rede uit, de jaarrede.
Artikel 8.2 Begroting, jaarverslag, jaarrekening en controle
- Jaarlijks stelt het bestuur, op voorstel van de directie, een aan het instellingsplan gerelateerde begroting vast. In ieder geval behelst de begroting een raming van het geheel van de baten en lasten van de KNAW en voldoet deze aan het bepaalde bij of krachtens de WHW.
- Jaarlijks voor 1 juli stelt het bestuur, op voorstel van de directie, een verslag vast, bestaande uit de financiële jaarrekening en het jaarverslag, dat voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 2.9 van de WHW.
- De financiële jaarrekening wordt ter beoordeling voorgelegd aan een commissie van vijf leden, de zogenaamde auditcommissie, van wie de zittende commissie één extern lid aanwijst en de vicevoorzitters van de domeinbesturen gezamenlijk vier leden aanwijzen. Deze auditcommissie brengt verslag uit aan de algemene vergadering.
- De vaststelling van het verslag als bedoeld in het tweede lid van dit artikel vindt niet plaats dan nadat de auditcommissie verslag heeft uitgebracht overeenkomstig het derde lid van dit artikel en nadat het bestuur over het verslag verantwoording heeft afgelegd tijdens de algemene vergadering, die uiterlijk in de maand mei plaatsvindt.
- De financiële stukken van de KNAW worden gecontroleerd door een externe registeraccountant, die voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.9 en 2.10 van de WHW.
Hoofdstuk IX Personeel en medezeggenschap
Artikel 9.1 Arbeidsvoorwaarden en rechtspositie personeel
- Het bestuur bepaalt het personeelsbeleid en voert het personeelsbeheer. Het neemt daarbij de bij of krachtens de wet gegeven voorschriften alsmede de eisen van zorgvuldigheid in acht.
- Met inachtneming van artikel 4.5 van de WHW regelt het bestuur de rechtspositie van het personeel.
- Het bestuur kan ter zake het bepaalde in dit artikel bevoegdheden schriftelijk ondermandateren aan de directie.
Artikel 9.2 Medezeggenschap personeel
- Op de medezeggenschapsverhoudingen ten aanzien van het personeel in dienst van de KNAW is het bepaalde in het KNAW-Volgersconvenant cao-Nederlandse Universiteiten 2006 en de CAO van de Nederlandse Universiteiten van toepassing.
Hoofdstuk X Bijzondere bepalingen
Artikel 10.1 Vergoedingen
- Het bestuur stelt een regeling vast voor aan gewone leden of hun werkgevers te verstrekken vergoedingen uit hoofde van de door bedoelde leden verrichte bestuurstaken.
- Het bestuur stelt een regeling vast voor aan de gewone leden van de KNAW, alsmede de leden van de besturen, raden en commissies van de KNAW te verstrekken vergoedingen voor reis- en verblijfkosten voor vergaderingen die zij op verzoek van de KNAW bijwonen.
- De directie kan aan externen een vergoeding toekennen voor reis- en verblijfkosten in verband met een bijeenkomst van de KNAW, waaraan zij op verzoek van de KNAW een bijdrage leveren.
Artikel 10.2 Openbaarheid van bestuur
- Het bestuur van de KNAW verschaft desgevraagd, dan wel uit eigen beweging, informatie over de KNAW in haar geheel of over instituutoverstijgende aangelegenheden aan belanghebbenden en belangstellenden. De instituutsdirecteur verschaft desgevraagd, dan wel uit eigen beweging, informatie over zijn instituut aan belanghebbenden en belangstellenden.
- In de Wet open overheid is geregeld in welke gevallen het verschaffen van informatie achterwege blijft.
- De directie stelt regels vast voor het berekenen van tarieven bij het op verzoek verschaffen van informatie.
Hoofdstuk XI Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 11.1 Onvoorziene gevallen
- In gevallen waarin dit reglement niet voorziet is het bestuur bevoegd een beslissing te nemen. Het bestuur kan, alvorens te beslissen, een besluit ter stemming voorleggen aan de leden van de KNAW.
Artikel 11.2 Citeertitel en inwerkingtreding
- Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Reglement van de KNAW’.
- Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2017 en vervangt het ‘Reglement van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen’ zoals vastgesteld op 21 juni 2016.
Dit reglement is vastgesteld door de algemene vergadering op 10 november 2016 en gewijzigd op 24 oktober 2019, 12 maart 2020 en 27 mei 2024.