Uitgangspunten en procedures voor benoemingen van KNAW-onderzoekers op bijzondere leerstoelen en onbezoldigde benoemingen op gewone leerstoelen
Succesvolle wetenschap is in toenemende mate afhankelijk van samenwerkingsverbanden. De KNAW streeft dan ook naar sterke strategische samenwerkingsverbanden tussen haar instituten, universiteiten en andere kennisinstellingen. Benoemingen van KNAW-onderzoekers op leerstoelen is een gangbare manier om de samenwerking met universiteiten vorm te geven en verder uit te bouwen.
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) maakt een onderscheid tussen gewone leerstoelen en bijzondere leerstoelen.
Onderzoekers van de KNAW kunnen benoemd worden op een gewone leerstoel of op een bijzondere leerstoel, gevestigd door de KNAW of door een derde partij. Benoemingen van KNAW-onderzoekers op gewone leerstoelen zijn doorgaans onbezoldigd waarbij de hoogleraar een hoogleraarsovereenkomst [noot 1] sluit met de universiteiten en de aanstelling aan de KNAW intact blijft (hierna ‘onbezoldigde gewoon hoogleraar’). Het type gewoon hoogleraarschap is mede afhankelijk van het hooglerarenbeleid van de betrokken universiteit. In alle gevallen is het van belang dat de KNAW voldoende invloed heeft op de borging van de kwaliteit van de kandidaten en procedures. Uitzondering vormen benoemingen op gewone leerstoelen waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, deze blijven hier verder buiten beschouwing.
Dit document beschrijft de uitgangspunten van het hooglerarenbeleid van de KNAW opdat de kwaliteit van de benoemingsprocedures, de kandidaten, het onderzoek en onderwijs binnen de leerstoelen en de samenwerking met universiteiten is gewaarborgd. De stappen die doorlopen moeten worden bij het vestigen van leerstoelen en het (her)benoemen van kandidaten hierop, zijn opgenomen in de bijlage van dit document.
Het wetenschappelijk belang van de benoeming van een KNAW-onderzoeker op een leerstoel staat voorop. De leerstoel heeft als doel om een bestaande samenwerking verder te verdiepen en het betreffende onderzoeksthema te versterken. De leerstoel moet zowel bijdragen aan de uitvoering van het onderzoeksprogramma van het KNAW-instituut als de uitvoering van het onderwijs [noot 2]- en onderzoeksprogramma van de universiteit, en ten goede komen aan het vakgebied als geheel. Het benoemen van KNAW-onderzoekers op leerstoelen is een middel voor instituten om invulling te geven aan een nationale, verbindende rol.
Het verwerven van een hoogleraarspositie is geen doel op zich van een onderzoeksloopbaan bij de KNAW. In het kader van talentbeleid/ontwikkeling kan een benoeming als hoogleraar wel bijdragen aan het verbreden van iemands ervaringen en horizon. Voor een succesvol verloop van het hoogleraarschap is het voor alle betrokkenen cruciaal dat vooraf duidelijk is dat beoogde kandidaten (ruimschoots) voldoet aan de voor betreffende leerstoel vereiste kwalificaties.
Het uitgangspunt is dat een kandidaat professorabel is. Het is van belang dat de benoemingsadviescommissie of het toezichthoudend orgaan van de leerstoel objectieve benoembaarheidseisen formuleert in lijn met de eisen die gebruikelijk zijn voor het vakgebied. Als de beoogde hoogleraar (nog) niet professorabel is, kan een alternatieve vorm worden gezocht om de samenwerking in gang te zetten zoals een tijdelijke benoeming als gastonderzoeker bij de universiteit.
Vanwege het strategische belang moet het bestuur van de KNAW vroegtijdig betrokken worden door de directeur van het KNAW-instituut over mogelijke hoogleraars(her)benoemingen, dus al vóórdat bij de samenwerkingspartner of beoogd leerstoelhouder verwachtingen worden gewekt of verplichtingen aangegaan. Ook voornemens tot herbenoemen dienen aan het KNAW-bestuur voorgelegd te worden voordat de herbenoemingsprocedure start.
Indien een KNAW-onderzoeker voor een deel van zijn/haar tijd beschikbaar stelt om de taken van bijzonder of onbezoldigd gewoon hoogleraar te vervullen, is het de facto de KNAW die de leerstoel (mede)financiert. Onder andere vanuit dit perspectief is het daarom meer dan redelijk dat de KNAW betrokken is bij (her)benoemingsprocedures.
Het functioneren van leerstoelhouders op zowel gewone als bijzondere leerstoelen wordt periodiek binnen het eigen instituut tegen het licht gehouden.
De KNAW hanteert als uitgangspunt dat ten minste één, door het bestuur van de KNAW aangewezen lid dat werkzaam is op het vakgebied, zitting heeft in het toezichthoudend orgaan van leerstoelen waar een KNAW-onderzoeker op wordt benoemd. Als regel zal dat een lid van het KNAW-genootschap zijn. Daarmee wordt beoogd de belangen van het wetenschapsgebied gescheiden te houden van de belangen van het KNAW-instituut. Indien er geen geschikte kandidaten binnen het genootschap zijn, kan ook een andere, door het KNAW-bestuur aangewezen onderzoeker deze taak vervullen, maar niet de direct leidinggevende van de hoogleraar of de KNAW-instituutsdirecteur.
Wat betreft de samenstelling van het toezichthoudend orgaan hanteert de KNAW verder het uitgangspunt dat deze zo breed en divers mogelijk is. Leden van het toezichthoudend orgaan wordt decharge verleend maximaal vijf jaar na de datum waarop zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken of vijf jaar na de datum van eervol ontslag.
De KNAW kiest er in beginsel voor om een KNAW-onderzoeker voor termijnen van 5 jaar ter beschikking te stellen voor het vervullen van hoogleraarstaken op dezelfde leerstoel. Dit geldt zowel voor benoemingen van KNAW-onderzoekers op bijzondere leerstoelen als onbezoldigde benoemingen op gewone leerstoelen. Door een periodieke evaluatie, volgens afspraken als bedoeld in artikel 3, kan de KNAW de kwaliteit waarborgen van het onderzoek en onderwijs binnen de leerstoel en van de samenwerking met de universiteit. Aan het eind van elke termijn vindt er een evaluatie plaats van het functioneren van de hoogleraar en van de leerstoel op basis waarvan de KNAW besluit of de medewerker opnieuw ter beschikking wordt gesteld en de betrokken universiteit besluit over (instemming met) herbenoeming.
Betrokken organisaties maken afspraken over de samenwerking die worden vastgelegd in het reglement van de leerstoel. Zaken waarover afspraken kunnen worden gemaakt zijn onder andere: taken hoogleraar, financiële bijdragen, verdeling of herinvestering van promotiepremies en/of andere revenuen, de jaarlijkse rapportages van werkzaamheden en de evaluatie. Het reglement bevat tevens de samenstelling van het toezichthoudend orgaan van de leerstoel, indien van toepassing.
Een onderzoeker kan in uitzonderlijke gevallen in staat worden gesteld actief te zijn op meer dan één leerstoel zolang de directeur van het KNAW-instituut en het bestuur van de KNAW dit in het belang achten van het (onderzoeksprogramma van het) instituut.
Bijlage 1: Hoogleraarsbenoemingen stap voor stap
Bijlage 2: Inhoud vestigingsverzoek
[1] Tot 1 januari 2020 kregen onbezoldigde hoogleraren vaak een nul-aanstelling. Na invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) is dit niet meer mogelijk. De meeste universiteiten hebben dit opgelost door de onbezoldigde aanstelling per 1 januari 2020 om te zetten in een gastvrijheidsovereenkomst of hooglerarenovereenkomst. In sommige gevallen is er voor gekozen de gewone leerstoel om te zetten in een bijzondere leerstoel.
[2] De KNAW vindt het van belang dat onderwijs deel uit maakt van de taken van de hoogleraar die op de leerstoel wordt benoemd om de verwevenheid van onderwijs en onderzoek in Nederland te versterken en KNAW-onderzoekers de kans te geven zich te ontwikkelen op het gebied van onderwijs .
[3] In de praktijk verleent het KNAW-bestuur de president en vicepresidenten mandaat om (her)benoemingen af te handelen in overleg met de portefeuillehouder van het instituut in het bestuur; uitzonderingen hierop zijn mogelijk.
[4] Ter vergelijking: Voor gewone hoogleraren – met een dienstverband bij de universiteit – loopt de hiërarchische lijn vanaf het CvB via de decaan en het hoofd van de betreffende onderzoekseenheid bij de universiteit naar de hoogleraar.
Dit document beschrijft stap voor stap de procedure voor het vestigen van leerstoelen en het (her)benoemen van kandidaten hierop. Dit is een bijlage van het document ‘Hooglerarenbeleid KNAW’ dat de uitgangspunten van het hooglerarenbeleid van de KNAW bevat. Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, blijven in deze notitie en dit document buiten beschouwing.
De procedures voor het vestigen van leerstoelen en het (her)benoemen van kandidaten zijn complex en verschillen per universiteit. Het is dan ook van groot belang dat de KNAW over elke benoeming heldere afspraken maakt met de betrokken universiteit. De betrokken partijen moeten daarbij oog hebben voor elkaars belangen, zowel op het wetenschappelijke als bedrijfsmatige vlak. Elke benoeming vraagt om zorgvuldige afstemming tussen het beleid en de procedures van de KNAW en die van de betrokken universiteit. Instituutsdirecteuren en toezichthouders kunnen bij vragen de afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-bureau) raadplegen.
Vestigen leerstoel en benoeming
De procedure voor vestiging van een leerstoel staat in principe los van de benoeming van de hoogleraar, waarbij de vestigingsprocedure voorafgaat aan de benoemingsprocedure. In het geval van bijzondere leerstoelen vanwege de KNAW zal er meestal een beoogd kandidaat zijn en loopt de procedure van vestiging van de leerstoel en benoeming van de hoogleraar zo goed als parallel. Het is echter niet vanzelfsprekend dat het hooglerarenbeleid van een universiteit ruimte biedt voor een gesloten werving van een hoogleraar. Dit zal per geval met de betreffende universiteit in een vroeg stadium moeten worden besproken.
Het toezichthoudend orgaan
Op bijzondere leerstoelen wordt toezicht gehouden door een college van curatoren, ook wel curatorium, Raad van Toezicht of Commissie van Toezicht genoemd. De taken van dit toezichthoudend orgaan zijn:
Bij sommige universiteiten wordt voor de eerste twee taken een Benoemingsadvies commissie (BAC) benoemd. Na benoeming van de kandidaat wordt de BAC decharge verleend en wordt voor de twee laatstgenoemde taken een toezichthoudend orgaan benoemd. Indien sprake is van gesloten werving wenst de KNAW zowel vertegenwoordigd te zijn in de BAC als in het toezichthoudend orgaan van de leerstoel.
Beloning van KNAW-onderzoekers die benoemd zijn als hoogleraar:
Een benoeming van een KNAW-onderzoeker op een gewone of bijzondere leerstoel zonder aanstelling bij de universiteit heeft geen directe gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden bij de KNAW. Een benoeming kan aanleiding zijn om namens KNAW een toelage voor de duur van de benoeming toe te kennen. Hierbij is paragraaf 2.2.1 van de mandatenregeling KNAW van toepassing [noot 1].
Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, blijven in deze notitie buiten beschouwing. In dat geval bespreekt de universiteit de arbeidsvoorwaarden met betrokkene.
Over het gebruik van faciliteiten bij de universiteit, onkostenvergoedingen etc. worden door instituut en faculteit afspraken gemaakt die worden vastgelegd, zie hieronder in bijlage 2.
Leeswijzer
In deze richtlijn wordt eerst ingegaan op de belangrijkste stappen die leiden tot de vestiging van een bijzondere leerstoel en de benoeming van een KNAW-onderzoeker als bijzonder hoogleraar vanwege de KNAW of vanwege een derde rechtspersoon die de leerstoel vestigt. Vervolgens wordt ingegaan op de onbezoldigde benoeming van een KNAW-onderzoeker als gewoon hoogleraar. Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, blijven in deze notitie buiten beschouwing.
De procedure voor de vestiging van een bijzondere leerstoel vanwege de KNAW en de benoeming van een kandidaat daarop, verloopt idealiter als volgt:
Het toezichthoudend orgaan legt verantwoording af aan (het bestuur van) de KNAW en aan de decaan. De voorzitter van het toezichthoudend orgaan stuurt verslagen en andere jaarlijkse rapportages door aan de decaan en het bestuur van de KNAW (via de afdeling Forum, Advies en Onderzoek van het bureau van de KNAW) met een kopie aan de directeur van het KNAW-instituut. Het functioneren van leerstoelhouder wordt periodiek binnen het eigen instituut tegen het licht gehouden.
De procedure voor de herbenoeming van een hoogleraar die benoemd is op een bijzondere leerstoel vanwege de KNAW, verloopt idealiter als volgt:
Het is ook mogelijk dat een onderzoeker van een KNAW-instituut wordt benoemd op een bijzondere leerstoel die is ingesteld door een derde partij. In dat geval is de rol van de KNAW primair het faciliteren van de bezetting van de leerstoel door een onderzoeker van het instituut. De hierboven beschreven procedures voor benoemingen en herbenoemingen op bijzondere leerstoelen vanwege de KNAW zijn ook in dit geval van toepassing met de volgende verschillen:
Een benoeming van een KNAW-onderzoeker op een gewone leerstoel zal doorgaans een gastaanstelling zijn waarbij de hoogleraar een hoogleraarsovereenkomst sluit met de universiteit en waarbij de te benoemen hoogleraar zijn/haar dienstverband met de KNAW behoudt. Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijdaanstelling bij de KNAW, blijven hier verder buiten beschouwing.
In het geval dat een onderzoeker met een hoofdaanstelling bij een van de KNAW-instituten wordt benoemd als onbezoldigd gewoon hoogleraar zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing:
Afgezien van de in de randvoorwaarden omschreven rol van de KNAW, ligt de verantwoordelijkheid voor de benoemingsprocedure geheel bij de universiteit.
De procedure voor de herbenoeming van een gewoon hoogleraar verschilt per universiteit en faculteit. De afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW) zal in overleg met het KNAW-instituut per geval bespreken wat de procedure is of dit navragen bij de betreffende faculteit.
Voor herbenoeming van onderzoekers met een hoofdaanstelling bij een van de KNAW-instituten als onbezoldigd gewoon hoogleraar geldt het volgende:
Casuïstiek uit het verleden laat zien dat de werkelijkheid soms ingewikkelder is dan blijkt uit bovenstaande leerstoelcategorisering en procedurebeschrijvingen. Instituutsdirecteuren en toezichthouders kunnen voor advies of bij vragen de afdeling Forum, Advies en Onderzoek van het KNAW-bureau raadplegen.
De procedure zal op KNAW-internet beschikbaar worden gesteld.
[1] In paragraaf 2.2.1 van de mandatenregeling KNAW staat dat voorafgaande goedkeuring van de algemeen directeur vereist is voor “het toekennen van toelages, gratificaties en andere structurele of eenmalige emolumenten voor schaal 15 en verder dan wel voor beslissingen tot toekenningen die een bedrag van €5.000,- per keer of op jaarbasis te boven gaan.”
[2] De WUR kent geen faculteiten. De rol van decaan wordt aan deze universiteit vervult door de directeur van een kenniseenheid.
[3] In de praktijk verleent het KNAW-bestuur de president en vicepresidenten mandaat om (her)benoemingen af te handelen; uitzonderingen hierop zijn mogelijk.
[4] Bij sommige universiteiten wordt eerst een benoemingsadviescommissie (BAC) ingesteld die het profiel en de voordracht opstelt. Het toezichthoudend orgaan treedt in dan pas in functie nadat de hoogleraar is benoemd. In andere gevallen is het toezichthoudend orgaan ook betrokken bij de benoeming van de kandidaat.
[5] De faculteit raadpleegt afhankelijk van het hooglerarenbeleid van de betreffende universiteit ofwel de zusterfaculteiten van alle universiteiten in Nederland die actief zijn op het wetenschapsgebied van de leerstoel, ofwel het voorgeschreven aantal buitenlandse referenten. Deze stap is niet nodig indien de kandidaat al hoogleraar in Nederland is of is geweest.
[6] Dit geldt voor alle algemene universiteiten en ook voor de Vrije Universiteit Amsterdam; aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden bijzonder hoogleraren benoemd door het CvB.
[7] Soms vraagt de faculteit voorafgaand aan de evaluatie van de leerstoel en leerstoelhouder of de KNAW akkoord gaat met een herbenoeming voor een volgende periode. Indien de benoeming nog steeds past in het onderzoeksprogramma van het instituut en de directeur bereid is de onderzoeker voor een deel van zijn/haar werkzaamheden voor het instituut vrij te stellen, kan de KNAW-instituutsdirecteur instemmen met een herbenoeming onder voorbehoud van een positieve evaluatie van leerstoel en hoogleraar. Het bestuur van de KNAW ontvangt via de afdeling Forum, Advies en Onderzoek van het bureau van de KNAW een kopie van deze instemming
[8] Dit geldt voor alle algemene universiteiten en ook voor de Vrije Universiteit Amsterdam; aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden bijzonder hoogleraren benoemd door het CvB.
[9] Dit geldt voor alle algemene universiteiten en ook voor de Vrije Universiteit Amsterdam; aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden bijzonder hoogleraren benoemd door het CvB.
Het vestigingsverzoek voor een leerstoel wordt opgesteld conform het hooglerarenbeleid van de betreffende universiteit. Het vestigingsverzoek moet wat het KNAW-bestuur betreft in ieder geval de volgende informatie bevatten:
De meeste universiteiten hebben een modelreglement dat als basis kan dienen. De KNAW heeft ook een modelreglement opgesteld, dit is opvraagbaar bij de afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-bureau).
[1] De KNAW vindt het van belang dat onderwijs deel uit maakt van de taken. De KNAW hecht eraan dat taken voldoende zwaar zijn en dat de beoogde kandidaat goed in het profiel past.
[2] Uitgangspunt is dat de bijdrage van de KNAW is beperkt tot de in kind inzet van de hoogleraar
[3] Wanneer sprake is of zal zijn van gezamenlijk subsidieaanvragen is het gewenst per afzonderlijk project een aparte samenwerkingsovereenkomst op te stellen in aanvulling op het reglement
[4] Het delen van de promotievergoeding is soms mogelijk indien dit vroegtijdig met de universiteit wordt besproken, vaak kunnen afspraken worden gemaakt om een deel van de promotiepremie te investeren in nieuwe (promotie)projecten.
[5] De KNAW dient vertegenwoordigd te zijn in het toezichthoudend orgaan