Ruimte voor ieders talent
In 2019 zijn de Nederlandse kennisinstellingen en wetenschapsfinanciers gestart met een bredere erkenning van wetenschappelijk werk en presenteerden zij het position paper ‘Ruimte voor ieders talent’. Deze bredere vorm van erkennen en waarderen past beter bij de hedendaagse onderzoeker en wat de samenleving van hem/haar vraagt. Zo is er minder nadruk op aantallen publicaties en meer nadruk op de andere kwaliteiten van wetenschappers, zoals het geven van onderwijs of het hebben van impact. Elke instelling beschikt al langere tijd over een Erkennen & Waarderencommissie. Deze commissies werken met grote inzet aan het aanzwengelen van de beoogde cultuurverandering. Er zijn tal van experimenten gestart om erkennen en waarderen in de praktijk te brengen en met het tekenen van de Agreement on Reforming Research Assessment is ook internationaal afgesproken om onderzoek breder te beoordelen.
Verankering in de praktijk
Nu is het tijd om Erkennen & Waarderen definitief te verankeren in de praktijk. Dat doen de betrokken partijen aan de hand van een aantal speerpunten uit de routekaart. De komende jaren komen er voor universitair (hoofd)docenten en hoogleraren loopbaan- en ontwikkelpaden met profielen of accenten binnen onderzoek, onderwijs, impact, leiderschap of patiëntenzorg. Daarmee wordt het voor wetenschappers makkelijker om zich op één of meerdere van deze domeinen te profileren. Bij het benoemen en bevorderen van wetenschappelijk personeel wordt meer gebruik gemaakt van evidence based cv’s of beoordelingsportfolio’s om te komen tot een kwalitatieve beoordeling. Ook komen Open Science en Open Education terug in de ontwikkeling, beoordeling, benoeming en bevordering van medewerkers. Ten slotte dragen de betrokken partijen uit wat zij verstaan onder ‘goed leiderschap’ en hoe dit een rol heeft in werving, selectie, ontwikkeling en loopbaanvorming.
De betrokken partijen zullen bovendien met de werknemersorganisatie doorspreken over het in lijn brengen van landelijke kaders, zoals de cao Nederlandse Universiteiten en het systeem van Universitair Functieordenen (UFO), met de uitgangspunten van Erkennen & Waarderen.
Rianne Letschert, co-voorzitter landelijke regiegroep en voorzitter van Maastricht University: “De routekaart toont medewerkers dat zij mogen verwachten dat als zij elders aan het werk gaan, er ook aandacht is voor hun loopbaanontwikkeling.” De routekaart is hier te vinden.
De betrokken partijen bij de routekaart zijn de veertien universiteiten (verenigd in UNL), de vier levensbeschouwelijke universiteiten (verenigd in het Netwerk Levensbeschouwelijke Universiteiten, NLU), de zeven umc’s (verenigd in de NFU) en de institutenorganisaties van KNAW en NWO. Daar waar relevant zijn deze afspraken ook van toepassing op onderzoeksfinanciers NWO en ZonMw.