‘Je loopt talent mis als je diversiteit en inclusie negeert’, zeg je in de podcast. Kun je dit toelichten?
‘We hebben allemaal in meer of mindere mate last van implicit bias, gewoon omdat we in dezelfde samenleving zijn gesocialiseerd. Zelfs als we denken dat we alleen naar kwaliteit kijken, blijken vooroordelen onbewust een rol te spelen. Een cv op naam van Jennifer wordt slechter beoordeeld dan het volstrekt identieke cv op naam van John. Hetzelfde experiment is uitgevoerd met namen die “Hollands” en “anders” klinken: Mohammed heeft duidelijk minder kans op een interview. Zo loop je het talent van Jennifer en Mohammed mis.’
Tussen 2011 en 2020 is het aantal vrouwelijke KNAW-leden gestegen van 16 naar 31 procent. Wat was het belangrijkste middel om dit voor elkaar te krijgen?
‘De Westerdijkrondes in 2017 hebben daar zeker bij geholpen. Naast de reguliere verkiezingsronde met mannelijke en vrouwelijke kandidaten werd in hetzelfde jaar een extra ronde voor vrouwelijke KNAW-leden gehouden. Maar als het om diversiteit gaat zijn we er nog niet. Het KNAW-rapport over de ledenverkiezing in 2019 maakt ook duidelijk dat we nog steeds niet heel goed zijn in het aan boord halen van wetenschappelijke excellentie op alle gebieden en uit alle groepen. Niet alleen vrouwen zijn tenslotte ondervertegenwoordigd in de wetenschap. Aandacht voor ons ledenbestand blijft een grote opdracht.’
Behalve bewustzijn en zichtbaarheid van vrouwen in de wetenschap noem je in de podcast de moed om in te grijpen. Is dit hetzelfde als positieve discriminatie?
‘Positieve discriminatie is wel één vorm van ingrijpen, maar misschien niet eens de meest effectieve. Je kunt veel meer doen. En dat heeft dan vaak weer te maken met die eerste twee punten die je noemt. Je kunt bijvoorbeeld actief zorgen dat je selectiecommissies zich bewust zijn van fenomenen als implicit bias. En je kunt – als ik even in de context van de KNAW blijf – zorgen dat instanties die mogen nomineren expliciet gevraagd wordt om ook te kijken naar onder-gerepresenteerde groepen. Alleen al die vraag maakt die groepen zichtbaar, ze komen op de radar.
Ten slotte kun je ook specifieke acties ondernemen. De extra ronde in de ledenverkiezing om het Westerdijkjaar te vieren was daar een voorbeeld van. In al deze gevallen is belangrijk dat de top van een organisatie niet achterover leunt en wacht tot het vanzelf goed komt. Wij hadden ons kunnen verzoenen met het feit dat de KNAW in dit soort kwesties achter de universiteiten aanhobbelt. Dat hebben we niet gedaan. In plaats daarvan geven we nu zelf het goede voorbeeld. Ik vind dat echt passen bij de rol van onze Akademie. De KNAW hoort niet te hobbelen.’
Luister de Nature-ISC podcast 'Better allies, better science', waar Ineke Sluiter te gast in is, hier terug.