Tijdens de online KNAW-bijeenkomst op 24 september jongstleden besprak een groep van beleidsmakers, onderzoekers, wetenschappers en andere deskundigen de uitdagingen die deze vragen naar voren brengen, de (gewenste) rol van Europees Nederland daarbij en wat er nodig is voor een structureel cultuurbeleid in de toekomst. Het gesprek werd gevoerd aan de hand van de recente editie van tijdschrift Boekman #128: Cultuur in het Caribisch deel van het Koninkrijk onder leiding van Kitty Zijlmans (KNAW-lid en hoogleraar hedendaagse kunstgeschiedenis en theorie / Wereld Kunstwetenschappen aan het Leiden University Centre for the Arts in Society).
Een verstrengeld verleden
In haar introductie gaf Rose Mary Allen (buitengewoon professor cultuur, gemeenschap en geschiedenis Universiteit van Curaçao), een inkijk in het verstrengeld verleden van Europees Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk en de impact daarvan op identiteitsvorming en cultuur. In de afgelopen decennia is het zelfbewustzijn onder de eilandbewoners gegroeid, ook ten aanzien van het koloniaal verleden, vertelt Allen, met name op Curaçao. Een ontwikkeling die zich ook weerspiegelt in het beleidsdebat over cultuur. Cultuur wordt gezien als motor voor de eigen ontwikkeling en emancipatie van de bevolking, in het bijzonder van de achtergebleven groepen.
De huidige discussie over kolonialisme en dekolonisatie wordt gevoed door zorgen om nationale identiteit en burgerschap, constitutionele hervormingen, wetgeving op ethische kwesties, migratie en financieel toezicht. Het debat over de verzoeken van Curaçao, Aruba en Sint Maarten om financiële hulp tijdens de covid-19-pandemie heeft de complexiteit van de relaties tussen de eilanden en het Europese continent versterkt. Sommigen spreken van ‘extended statehood’ vanwege het feit dat men ervoor heeft gekozen om onder de heerschappij van een moederland te blijven. Dit begrip houdt echter geen rekening met de ongelijke machtsverhouding die sinds de koloniale tijd voortduurt. De mate waarin cultuur dit weerspiegelt is te lezen in Antilliaans Erfgoed (Oostindie en Van Stipriaan (red.), 2021). Daarin wordt gesteld dat cultuur littekens toont van het koloniale verleden. Kunst speelt een belangrijke rol in de culturele wereld; als artistiek initiatief, als ambacht maar ook als middel om denkbeelden uit de maatschappij te spiegelen.
Na deze introductie hield Sharelly Emanuelson, filmmaker en beeldend kunstenaar, haar betoog. Dat deed ze in het Engels, omdat dat naar haar mening belangrijk is voor een inclusief perspectief op de eilanden. Zij benadrukte onder andere de noodzaak van een holistische en integrale aanpak van cultuurbeleid en wees op het gebrek aan eenheid tussen organisaties, gebrek aan respect voor culturele ondernemers en kunstenaars, en onvoldoende betrokkenheid van politieke leiders en overheid.
Zij eindigde met een aantal uitgangspunten voor het vervolg van het debat: ‘Do not assume things without understanding the context, acknowledge each other’s worth (many artists and cultural entrepreneurs are strong in presenting and learning by doing), find middle ground, view from a broad perspective and co-create as a transatlantic cultural sector. Without collaboration, entire generations will be perturbed by difference and multiplicity and troubled instead of embracing their identity, and children in both the Netherlands and the islands will continue to grow up without knowing their history and will keep undervaluing their cultural heritage.’
Een pleidooi voor continuïteit
Een van de deelnemers aan het debat was Csilla Ariese . Zij deed aan de Universiteit Leiden promotieonderzoek naar musea in de Caraïben en onderstreepte het belang van duurzaam human capital. Transatlantische culturele samenwerkingsverbanden zijn kwetsbaar, bijvoorbeeld omdat contactpersonen van betrokken organisaties van baan veranderen. Kitty Zijlmans beaamde dit en vulde aan dat kennis, inzichten en creativiteit van cultuurwerkers op duurzame wijze bij elkaar gebracht zouden moeten worden. Volgens Rose Mary Allen biedt digitalisering veel mogelijkheden bij het verbeteren van transnationale communicatie en samenwerking. Gregory Richardson (Instituto Pedagogico Arubano) benadrukte het belang van zelfbewustzijn in dit gesprek. Hij prees Uniarte als inspirerend project waarbij kunstenaars al vroeg in hun carrière worden gewezen op hun vermogen, kennis en competenties. We hebben meer voorbeelden, exposure en interactie met het culturele veld in Nederland nodig om hen te inspireren, volgens hem. Gert Oostindie (KITLV) bevestigde de noodzaak van uitwisseling, maar wees erop dat continuïteit de afgelopen 30 jaar altijd een probleem is geweest. Projecten zoals het subsidieprogramma Kultura worden na een tijd weer stopgezet. Inmiddels wordt er vanuit Nederland initiatief genomen voor een nieuw project waar de fondsen zich bij aansluiten, maar in de tussentijd is er structureel weinig verbeterd. Terwijl er juist behoefte is aan continuïteit en duurzame financiering, aldus Oostindie. Zoals bij de rechtspraak en defensie zou cultuurbeleid voor het hele Koninkrijk aandacht moeten hebben. Hij vertelde dat het team van Travelling Carribean Heritage een pleidooi heeft gehouden voor een cultuurfonds voor het Koninkrijk. Binnen twee weken is dit plan door de vier overheden overgenomen. Door de pandemie is het echter in het bestuurlijk moeras van de eilanden blijven hangen. Ook Dana Kibbelaar (Fonds Podiumkunsten) gaf aan dat de toenadering verduurzaamd moet worden en dat er zeker in Nederland aandacht moet komen voor de vraag hoe experts vanuit Caribisch Nederland bij beleid betrokken kunnen worden.
‘Een gedeelde geschiedenis is een gedeelde verantwoordelijkheid en vraagt om een gedeelde infrastructuur’ (Kitty Zijlmans, tijdens de discussie)
Het belang van cultuureducatie
Volgens Karel Frielink (raadslid culturele adviesraad Curaçao (Konseho Kultural Kòrsou)) is er binnen het onderwijs in zowel Europees Nederland als Caribisch Nederland weinig aandacht voor de geschiedenis, kunst en lokale literatuur van de Nederlandse Antillen. Dat staat verbeteringen van het cultuurbeleid in de weg. Gedurende haar tijd als directeur onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft Christianne Mathijsen (thans directeur erfgoed en kunst bij OCW) gewerkt aan de verbetering van het onderwijs op Sint Eustatius, Saba en Bonaire. Ze vertelde dat sinds 2021 de subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit van het Fonds Cultuurparticipatie ook is opengesteld voor subsidieaanvragen vanuit Caribisch Nederland, met een school op Bonaire als penvoerder. OCW wil graag samen met de eilanden verkennen wat er mogelijk is op het gebied van cultuureducatie, monumentenzorg, bibliotheekwerk en erfgoed, wetende dat dit maatwerk is en per eiland individueel bekeken moet worden.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Tesha Yung (beleidsmaker bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, vertegenwoordiger op Aruba, Curaçao en Sint Maarten) onderstreepte in een schriftelijke reactie het belang van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Volgens haar wordt de gedeelde verantwoordelijkheid zowel in Nederland als op de eilanden nog niet aanvaard. Het Koninkrijk vormt een geheel van verschillende delen, daar moet meer gebruik van worden gemaakt. In Nederland wonen in 2021 bijna evenveel eilandbewoners afkomstig uit het Caribisch deel van het Koninkrijk als op Curaçao. Kortom, in Nederland bevindt zich veel expertise en capaciteit om beleid te helpen maken.
Het Filmfonds is sinds januari 2021 ook opengesteld voor de Caraïben, vertelde Bero Beyer (directeur Nederlands Filmfonds). Hoe kun je als fondsdirecteur recht doen aan de specifieke omstandigheden die tijdens de voordrachten zijn genoemd? Naast financiering zijn ook talentontwikkeling, infrastructuur en diepgaande samenwerking noodzakelijk en het is een taak van de fondsen om dit op een duurzame manier te ontwikkelen. Volgens Beyer is er sprake van een unieke verhouding tussen afhankelijk en onafhankelijk waardoor je subsidiënten uit de Caraïben niet eenvoudigweg gelijk kunt trekken met subsidiënten uit de rest van het Koninkrijk. Rose Mary Allen zei dat daarbij rekening gehouden moet worden met de kleinschaligheid van de eilanden, de lokale kennis en het feit dat personen soms verschillende petten dragen. Dezelfde taal spreken wil niet automatisch zeggen dat je elkaar ook begrijpt, vulde Iyongo Juliana (directeur Caribbean OZ architect) aan. De ondersteuning vanuit Nederland van bijvoorbeeld justitie op de eilanden is onvoorwaardelijk, waarom zou dit ook niet voor onderwijs en kunst mogelijk zijn? Hiermee zou er structureel gewerkt kunnen worden aan de vorming van het Koninkrijk in plaats van dat het bij ad hoc initiatieven blijft. Ook binnen het onderwijs moet er meer aandacht komen voor de overzeese gebieden, waaronder de cultuur van de eilanden. Via de chat reageerde Quinsy Gario (kunstenaar) dat veiligheid en justitie op de eilanden juist erg politiek zijn ingegeven.
Structureel beleid ontbreekt
Volgens Dimitri Cloose (directeur NAAM) is het met de huidige ongebalanceerde structuren lastig om voor een lokaal project financiering te verkrijgen. Ook problematisch is wat hij de landhuiscasus noemt: erfgoed (het landhuis) wordt door de monumentenwetgeving beschermd maar voor andersoortig erfgoed, zoals de kennis over hoe het landhuis bestuurd werd, is niets geregeld. Daarvoor ontbreekt draagvlak. Er bestaat een kloof tussen wat de bevolking als identiteit ziet en het eenzijdige perspectief dat in de geschiedschrijving wordt gepresenteerd. Als het doel saamhorigheid is dan moeten de bestaande structuren herzien worden. Michael Newton (lid nationale UNESCO commissie op Curaçao, voorzitter monumentenraad Curaçao, lid culturele adviesraad) legde de nadruk op het gebrek aan infrastructuur. De betrokken ministeries zijn de afgelopen jaren uitgehold door staatkundige veranderingen en constante bezuinigingen. De culturele adviesraad heeft bijvoorbeeld behoefte aan een secretariaat zodat er na vergaderingen voorstellen kunnen worden uitgewerkt en vervolgstappen worden gezet, bijvoorbeeld met het ministerie. Op de Casi Cultura was veel kritiek vanwege de eenzijdige manier van werken en na faillissement is de organisatie opgeheven. Het kabinet van Curaçao werkt momenteel aan het opzetten van een nationaal cultuurinstituut. Volgens Tesha Yung zou er een financieringsstructuur/fonds gecreëerd moeten worden, dat gedragen wordt door de gemeenschap, van hoog tot laag en op alle niveaus, zowel de overheid als NGO’s. Financiering van cultuurbeleid moet gelijkwaardig zijn. Door de decennialange bezuinigingen in de overheidsuitgaven is het cultuurbeleid uitgehold en wordt er geen follow up gegeven aan voorstellen door capaciteitstekort.
Tot zover de samenvatting van het KNAW debat over Cultuurbeleid in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De Boekmanstichting wil in de toekomst en in samenwerking met partners, verdere gesprekken tussen beleid, kunst en onderzoek faciliteren om het belang en de continuïteit van dit gesprek te waarborgen. Voor vragen en meer informatie kun je contact opnemen met Janina Pigaht.