Avatars van patiënten
‘Mijn onderzoek op dit vlak startte zo’n dertig jaar geleden met de ontdekking van een manier om darmstamcellen buiten het menselijk lichaam te kweken’, vertelt Clevers. ‘Zo ontwikkelden we tot onze stomme verbazing een soort minidarmen. Toen ontstond de vraag ‘hebben we iets ontwikkeld dat alleen gebruikt kan worden voor darmonderzoek? Of hebben we meer in handen?’’ Dat bleek het geval. Vandaag de dag is het mogelijk om van elk menselijk orgaan een ‘miniatuurversie’ in een petrischaal te maken. ‘We maken nu een mini-blaasje, een mini-nier, ga zo maar door.’
Deze ontwikkeling heeft geleid tot verschillende toepassingen in de medische wetenschap. ‘We kunnen met organoïden bijvoorbeeld heel nauwkeurig het effect van een geneesmiddel testen. Sterker nog, we kunnen er gepersonaliseerde medicijnen mee ontwikkelen, omdat we een soort ‘avatar’ van een patiënt hebben. Het is daarnaast mogelijk om een grote diversiteit van mensen te creëren: we kunnen leeftijden, geslachten en etniciteit nabootsen.’
Alternatief voor proefdieren
Maar ook voor biologisch onderzoek zijn organoïden van grote waarde. Clevers: ‘Als je menselijke ziektes bestudeert, levert een menselijk mini-orgaantje vaak betrouwbaardere resultaten op dan een proefdier. Het verloop van een ziekte of de bestrijding ervan komt beter overeen, en je kunt het makkelijker onder een microscoop bestuderen.’
Toch is het gebruik van organoïden niet een volledige vervanging van een mens of dier. ‘Het gaat hierbij om de nabootsing van afzonderlijke organen. Bij een organoïde van de lever bijvoorbeeld is er geen verbinding met de hersenen. We meten dus niet het effect op de hormoonhuishouding, bloedruk, etc. terwijl je dat bij medicijnen natuurlijk wel wilt weten. Organoïden zijn geen vervanging van een volledig organisme, maar zeker voor de eerste stadia van onderzoek enorm waardevol.’